May the Forsie be with you!

 Bob, Frans en inclusie 

(Video Tuin in de Stad gemaakt door Julia Castro)

 

 

Voor Bauke Koekkoek en Hans van Eeken was ik kwartiermaker in het Noorden voor het project Groter denken, Kleiner doen. Daarvoor interviewde ik met Inge Scheper en Harry van Velsen de Oren en ogen van de wijk Vinkhuizen in Groningen. 8 mensen in totaal. De officieuze “praatpaal, maatschappelijk werker of ggz medewerker”.
De mensen in de wijk die van nature zien wat er gaande is, bereikbaar zijn en gevonden worden. Niet omdat ze dat moeten, maar omdat ze er voor de ander willen zijn. Ongeacht.
 
Ik vroeg me af wat is het met deze bijzondere mensen. Wat is het waardoor zoveel burgers die geen zin meer hebben in trajecten, loketten, regels, stigmatisering door hulpverlening of belemmerende voorwaarden, bij deze mensen wél willen zijn en wél willen praten?
Ten eerste kwam ik erachter dat deze Ogen en oren allemaal verschillend zijn. En eigenlijk zelden opgeleid binnen de zorg. Verschillende achtergronden. Zonder opleiding, universitair geschoold, topposities of levend van de voedselbank. Pas kort in Nederland of al vele generaties. Atheïst of gelovig. 
Belangrijker zijn de overeenkomsten. Die vooral duidelijk worden in de waarden waaruit deze mensen leven. Gelijkwaardigheid en respect voor het leven, waren bij allen de belangrijkste waarden.
En niemand gebruikt woorden als Inclusie, Duurzaamheid, Herstel, In je kracht zetten. Eigen regie. Verbinding. Helemaal niemand. Terwijl bij het gebruik van dit soort termen de fondsen bijna naar innovators voor “wijkverbinding” gegooid worden. 
 

En ik vroeg iemand waarom kom jij nou zo graag bij Frans in Tuin in de Stad? 'Omdat ik me er zo welkom voel, of ik nu iets zeg of niet, of ik iets doe of niet, ik voel me heel erg welkom precies zoals ik ben.' Maar ook Bob, waaraan ik vroeg ‘hoe werkt dat dan als iemand jou opbelt om met je te praten wanneer ze een probleem hebben?’ 'Nou' zei Bob, 'mensen bellen me gewoon of spreken me aan, en dan luister ik. En dat gesprek duurt soms een half uur, maar ook wel een maand, of een jaar. Tot de ander uitgesproken is, luister ik.'
We kunnen natuurlijk heel veel onderzoeken, naar wat we nu moeten met die mensen die we zorgmijder noemen, maar zijn ze niet gewoon en terecht zorgvermoeid en zorgwantrouwend? 
Misschien heeft het systeem wel een beetje last van hoogmoed en zijn we vergeten waar echte betrokkenheid en inclusie over gaat. Dat gaat over weer iemand zien zoals zij is.
En dan noemen Peter weer de buurman, in plaats van de vader en Ria weer Ria, in plaats van cliënte.